Inslagrips
Inslagrips is vooral bekend van de voddekleden maar heeft uiteraard ook allerlei andere toepassingsmogelijkheden. De scheringdraden liggen zo wijd uit elkaar, dat de inslag de scheringdraden goeddeels bedekt. Het weefsel is aan beide zijden gelijk van structuur en kleur.
Techniekinformatie Inslagrips – weft rep
Kenmerken
De scheringdraden liggen zo wijd uit elkaar, dat de inslagdraden de scheringdraden geheel of gedeeltelijk bedekken. Door de vele inslagen wordt het in zijn algemeenheid een zwaar weefsel. Voor- en achterkant zijn hetzelfde.
Traditioneel werd deze weefbinding gebruikt voor vloerkleden. Textiel was vroeger een schaars goed, het was zaak om er zo lang mogelijk gebruik te maken. Verwerking in voddekleden lag voor de hand. Extra voordeel: een betere isolatie tegen de koud optrekkende vloer.
Binding
Een inslagrips kan een afleiding zijn van diverse bindingen, maar meestal gebruik je de linnenbinding of een keper.
Bindingstekening
Kleurgebruik en ontwerpen
Het weefsel kan in één kleur of in verschillende kleuren geweven worden.
Je kunt een kleurverdeling maken, passend bij de toepassing. Aandacht vragend of juist niet.
Garendichtheid
Afhankelijk van het gebruikte materiaal moet het weefsel stevig in elkaar zitten. De inslagen moeten als het ware klem zitten tussen de scheringdraden en mogen niet verschuiven ten opzichte van elkaar. Berekening van het aantal draden per centimeter is afhankelijk van het inslagmateriaal. Wanneer je op een kartonnetje afwisselend een scheringdraad en een inslagdraad wikkelt, kun je bekijken hoeveel te doen is, in een goede verhouding staat.
Materiaal
Scheringgarens kunnen zijn: vissersgaren in diverse diktes is een beetje rekbaar, linnen of hennepgaren is stug, niet rekbaar, sterk gedraaide wollen kamgarens.
Inslaggarens kunnen zijn: wollen tapijtgarens ( laten zich dubbelen en goed inslaan in diverse kwaliteiten), katoenen garens, deze voegen zich moeizamer dan wol, synthetische en menggarens, vodde (kwaliteit stof ongeveer gelijk, breedte van de stroken uitzoeken in samenhang met de toepassing), touw, papiergaren.
Aandachtspunten
Bij de toepassing vloerkleden: het vloerkleed moet plat op de grond blijven liggen, de zelfkanten moeten tegen een stootje kunnen, dus de zelfkantdraden verdubbelen ( 3-2-2-1-1 ), zo nodig sla je de inslag regelmatig extra om de buitenste scheringdraad. Weven doe je op een stevig getouw, zo mogelijk de rietlade verzwaren. Je proefweefsels moeten minimaal 50 cm breed zijn, gebruik breedtehouder bij weefsels breder dan 80 cm.
Bij een rekbare vodde inslag kun je regelmatig een extra linnen- of vissersgaren in de inslag bij de voddereep voegen: dat geeft meer stevigheid aan het kleed. Alleen vodde is soms te slap, te rekbaar.
Brede voddenkleden kun je maken door geweven banen aan elkaar te naaien. Dat biedt een kans om met kleur en vlakverdeling te spelen.
deze informatie is te vinden op weefinspiratie.nl en vrij te gebruiken met vermelding van de bron