Overshot
Traditioneel werd dit weefsel, vooral in de Verenigde Staten, veel gebruikt voor bedspreien. Men weefde uitbundige, vaak symmetrische patronen, met een basisweefsel van naturelkleurige katoen en als patrooninslag een wollen indigo geverfde draad. Het weefsel is een vierblokpatroon, waarin linnenbinding en patrooninslagen elkaar afwisselen.
Techniekinformatie Overshot
Kenmerken
Traditioneel werd dit weefsel, vooral in de Verenigde Staten, veel gebruikt voor bedspreien. Men weefde uitbundige, vaak symmetrische patronen, met een basisweefsel van naturelkleurige katoen en als patrooninslag een wollen indigo geverfde draad. Het weefsel is een vierblokpatroon, waarin linnenbinding en patrooninslagen elkaar afwisselen.
Binding
Je ziet in het weefsel drie soorten blokken: blokken met flotteringen voor het weefsel, linnenbindingblokken waar de flotteringen achter het weefsel zijn en schaduwblokken waarin de patrooninslagen een linnenbindinginslag volgen. De patrooninslagen worden herhaald.
De rijging is verdeeld in 4 groepen, waarbij twee aangrenzende groepen een schacht gemeenschappelijk hebben en op de blokgrens hebben ze een draad gemeenschappelijk. De volgorde in de rijging is altijd van een even naar een oneven schacht, zodat je ook een linnenbinding kan weven. De aanbinding is in principe een 2/2 keper.
Het principe van de inslag is 1 patroondraad gevolgd door 1 (of 2) linnenbindinginslag. Het weefsel valt zonder linnenbinding uit elkaar. De patroondraad is louter versiering. Dus: 1 scheringstelsel met 2 inslagstelsels.
Bij 8 schachten kunnen de 4 groepen per twee schachten ingedeeld worden. Er zijn dan andere ordeningen met de flotteringblokken en de schaduwblokken mogelijk door het maken van verschillende aanbindingen.
Bindingstekeningen
Kleurgebruik
Meestal is de linnenbinding in 1 kleur en krijgt de patroondraad een andere kleur of meer kleuren.
Ontwerpen
Het is gebruikelijk om dit weefsel als blokpatroon te ontwerpen.
Garendichtheid
Kies het aantal draden zoals bij een wat lossere linnenbinding. De patroondraad moet klem zitten maar wel goed zichtbaar zijn.
Materiaal
De keuze van het materiaal en de lengte van de flotteringen is afhankelijk van het doel. De patroondraad is meestal wel dikker dan de linnenbindingdraad.
Aandachtspunten
Aan de zelfkanten moeten de flotteringen goed gebonden worden, verlengen tot tenminste 4 draden linnenbinding en voeg een losse zelfkantdraad toe voor de patroondraad.
Variaties
De patroondraad kan ook een heel volumineuze draad zijn, bijvoorbeeld een zelfgesponnen wollen draad, die goed in te pakken is door de linnenbinding. Je kunt spelen met de lengte van de flottering of die als versiering doorknippen. Ook kun je spelen met dikke en dunne patroondraden. Een variatie is te maken door te zorgen dat er een soort cellen ontstaan, door de flotteringen aan de achterzijde te maken, terwijl je aan de voorkant stukjes linnenbinding ziet. Door de techniek te strippen, weef je maar zo nu en dan een patroondraad. Het is ook mogelijk om een keper als grondweefsel te gebruiken.
deze informatie is te vinden op weefinspiratie.nl en vrij te gebruiken met vermelding van de bron